Dag 08

Heilige Herrie Adventskalender dag 8

Bijbeltekst: Johannes 1: 19-28

” Johannes 1: 23 ‘Maak recht de weg van de Heer.’” 

Johannes de Doper verschijnt op het toneel. Hij mag getuigen van een nieuwe tijd… 

Dwars door de oude wereld heen. Sporen van een nieuw begin, getrokken door oude patronen. Dat zal botsen, dat zal pijn doen. Johannes legt deze situatie bloot. En hij verbindt zich aan de Komende met de woorden…Ik ben. Woorden die in het Johannesevangelie alleen passen bij de Heer zelf. Tot 7x zegt Jezus wie Hij is…ik ben het brood, het licht, de weg. Hier in de woestijn horen we Johannes zeggen: ik ben niet de Messias. Ik ben niet Elia.

Wie is Johannes dan wel? Ik ben de stem. Ik ben de roepende in de woestijn. Ik ben de heraut. Wat die woorden betekenen, werd mij jaren geleden treffend duidelijk. Onderweg naar een kerkdienst op 2e advent sneeuwde het hevig. Op de provinciale weg kwam ik gelukkig achter de eerste sneeuwschuiver te zitten. Deze sneeuwschuiver maakte de weg voor mij vrij. Achter deze wegbereider bereikte ik wel mijn doel. Zijn bijdrage: Blokkades aan de kant, zout om de ijsresten te ontdooien. En geloven dat om de weg vrij te maken er iemand moet beginnen met een andere actie. 

In het nummer Yahweh verbindt U2 deze houding aan de beweging van de Eeuwige. Door de pijn heen het geluk. Door het duister heen het schitterende ochtendgloren. Dat vraagt van ons een geopend hart, maar door er eerst doorheen te breken. 

Advent is verwachten, maar ook inkeren en onszelf openen voor God.  

Schrijf Je Nu In En Ontvang Elke Dag Een Reminder

Invalid email address

Johannes 1: 19-28

Johannes vertelt de mensen over de Messias

 
19De Joodse leiders stuurden priesters en Levieten naar Johannes toe. Ze moesten hem vragen wie hij nu eigenlijk was. 20Op die vraag antwoordde hij eerlijk: “Ik ben niet de Messias.” 21Toen vroegen ze hem: “Wie ben je dan? Ben je Elia?” Maar Johannes zei: “Nee, ook niet Elia.” “Ben je dan de profeet?” Hij antwoordde: “Nee.” 22“Maar wie ben je dan? Wat moeten we zeggen tegen de mensen die ons hebben gestuurd? Hoe noem je jezelf?” 23Johannes antwoordde: “Ik ben de man over wie de profeet Jesaja al heeft gesproken. Ik ben de man die in de woestijn roept: ‘Maak de weg vrij voor de Heer!’ “
 
24Er waren ook een paar Farizeeërs naar hem gestuurd. 25Ze vroegen hem: “Waarom doop je dan, als je niet de Messias of Elia of de profeet bent?” 26Johannes antwoordde: “Ik doop in water. Maar ergens tussen jullie loopt de Man rond die jullie nog niet kennen. 27Hij komt na mij. En Hij is veel belangrijker dan ik. Ik ben het niet eens waard om zijn sandalen los te maken.”
28Dit gebeurde allemaal in Betanië, aan de overkant van de rivier de Jordaan. Daar doopte Johannes de mensen.