Dag 22

Heilige Herrie Adventskalender dag 22

Bijbeltekst: Lucas 1:26-38

Vers 33 “Tot in eeuwigheid zal Hij koning zijn over het volk van Jakob, en aan zijn koningschap zal geen einde komen.” 

De aankondiging van de geboorte van Jezus

Kerstavond, de stille nacht waarin Jezus geboren wordt. Uiteraard was het geen winternacht, met sneeuw. Dat romantische plaatje hebben we er in West-Europa van gemaakt. Ik vind het niet erg. Als je maar bedenkt dat het eigenlijk een armoedige en ellendige bevalling is geweest, van een jong stel onderweg. Vluchtelingen… Arme Maria, arme Jozef. Als ik niet meer snap waar het in het christelijk geloof eigenlijk over gaat – dat overkomt me wel eens, door allerlei negatieve berichten – dan kijk ik weer naar het leven en de woorden van Jezus. Een eenvoudig begin. Beeldende verhalen en heldere woorden. Over het voeden van de hongerigen, het kleden van de naakten, het verzorgen van de zieken en het bezoeken van de gevangenen… Geen onbegrijpelijke woorden, een duidelijk voorbeeld. 

En in de sfeervolle Kerstnachtdienst in de Grote Kerk van Monnickendam omarm ik ook de wolk van gebeden en verhalen die daar hangt. Gezellig bij elkaar. Een stille nacht, heilige nacht. Dat mag dan ook klinken van mij. Temidden van de barre werkelijkheid van oorlogen, mogen we ook schuilen bij elkaar, in een sfeervolle kerk, met mooie oude liederen. En daarom haal ik die zanger erbij, die tegen wil en dank ook koning genoemd werd en het oude Oostenrijkse lied zingt: Stille Nacht, Heilige Nacht… Fijne Kerstdagen!

Schrijf Je Nu In En Ontvang Elke Dag Een Reminder

Invalid email address

Lucas 1: 26-38

Maria raakt in verwachting

26Toen Elizabet zes maanden in verwachting was, stuurde God de engel Gabriël naar Nazaret. Dat is een stad in Galilea. 27Hij ging naar een jonge, ongetrouwde vrouw die nog maagd was. Ze was verloofd met Jozef en nog nooit met hem naar bed geweest. Jozef was uit de familie van koning David. De vrouw heette Maria. 28De engel ging haar huis binnen en groette haar. Toen zei hij: “God heeft jou uitgekozen. God is met je.” 29Ze schrok toen ze hem zag. Ook was ze geschrokken van zijn woorden. Ze vroeg zich af wat de engel bedoelde. 30De engel zei tegen haar: “Je hoeft niet bang te zijn, Maria. Want God wil goed voor jou zijn. 31Je zal in verwachting raken en een zoon krijgen. Je moet Hem Jezus (= ‘God redt’) noemen. 32Hij zal een belangrijk mens zijn en Hij zal ‘Zoon van de Allerhoogste God’ worden genoemd. De Heer God zal Hem koning van Israël maken, net als zijn voorvader David. 33Hij zal voor eeuwig als koning regeren over het volk Israël. Er zal nooit een eind komen aan zijn heerschappij.”
 
34Maria zei tegen de engel: “Hoe kan dat gebeuren? Want ik ben nog niet getrouwd.” 35De engel zei: “De Heilige Geest zal bij je komen. De kracht van de Allerhoogste God zal over je komen. Daardoor zal er een heilig kind in je ontstaan. Hij zal daarom ‘Zoon van God’ worden genoemd. 36Je nicht Elizabet is ook in verwachting van een zoon. Ze is al oud en iedereen dacht dat ze geen kinderen kon krijgen. Maar nu is ze al zes maanden in verwachting. 37Want voor God is niets onmogelijk.” 38Maria antwoordde: “Ik wil de Heer God gehoorzaam zijn. Laat Hij met me doen wat u heeft gezegd.” Toen ging de engel bij haar weg.