Dag 09
Altijd is de mensheid in de weer geweest met het bouwen van tempels. Toeristen bewonderen eeuwenoude exemplaren in India of Italië. Wellicht heb je gehoord van het mysterieuze Stonehenge in Engeland. Waarschijnlijk is het een soort tempel geweest: een plaats om te aanbidden, offeren en vieren. Er werden offers gebracht om de goden gunstig te stemmen. Priesters gaven advies. Er werd gebeden voor overwinningen op vijanden, of voor goede oogsten. Zo’n tempel was een bijzonder gebouw waar je naartoe ging om contact met de goden te zoeken. Precies dat verlangen bezingt de band Rainbow in het nummer ‘The temple of the king’.
In de bijbel lezen we dat ook Israël lange tijd een tempel had. Jesaja deelt met ons een visioen over de tempel van de Heer. Eens zullen volken daarnaartoe stromen om door God te worden onderwezen. Een belangrijk woordje in deze zin is ‘onderwijzen’. De tempel in het oude Israël was niet bedoeld om er alleen maar naartoe te gaan met je wensen, gebeden en offers. Dat alles ook. Maar het geloof van Israël draaide om ‘verbinden’. God verbindt zich met zijn mensen, zoals wij ons met Hem verbinden. Daar zit iets in van het geven en nemen zoals dat bij elke relatie hoort. Daarom ging je niet alleen naar de tempel in tijden van nood, hopend dat je gebeden verhoord zouden worden. Nee, je bezocht de tempel ook om je te laten onderwijzen, om je leven te laten kleuren door God en geloof. Dat is de toekomst, voorzag Jesaja. God zal onder ons wonen, en ons onderwijzen. Als christen mag je geloven dat iets van dat visioen al werkelijkheid werd in het leven van Jezus Christus.