Dag 14

Bijbeltekst: Openbaring 22:1- 5

ohnny Cash maakte aan het einde van zijn leven nog een serie albums. Zijn stem klinkt nog dieper, nog rauwer dan in zijn jonge jaren. En de thema’s lijken daarbij aan te sluiten. Een voorbeeld vinden we in dit prachtige nummer ‘Meet me in heaven’ – ‘Ontmoet me in de hemel’. Aan het einde van zijn leven gekomen bezingt Cash zijn hoop op een weerzien met zijn overleden vrouw in de hemel:

Can’t be sure of how’s it’s going to be
When we walk into the light across the bar

(‘We weten niet zeker hoe het zal zijn, als we naar het licht lopen’)

En inderdaad, we kunnen ons niets voorstellen bij de hemel. We kunnen helemaal niet bedenken hoe het er zal zijn. Ons verstand is daarvoor niet toereikend. Cash zingt in dit nummer over de ‘streets of gold’, ‘straten van goud’. Maar wat moeten we daarmee, wat is daaraan aantrekkelijk? Het wil begrepen worden als een symbool van rijkdom, zuiverheid, glans en blijvende schoonheid. Zo’n symbool is ook ‘licht’. Dat licht is in de bijbel niet alleen een natuurkundig verschijnsel. In het begin roept God dat er licht moet zijn. Dat is een voorwaarde voor het leven op aarde. En met dat visioen van licht eindigt de bijbel dus ook: ‘God de Heer zal hun licht zijn’. We kunnen niet weten hoe dat zal zijn, zingt Cash. Dat klopt. Maar licht als symbool staat voor leven, toekomst, helder en stralend. Advent gaat over licht dat het duister verdrijft. En het herinnert ons aan onze opdracht: ontvang dat licht, en verspreid het.

Schrijf Je Nu In En Ontvang Elke Dag Een Reminder

Invalid email address

Openbaring 22:1- 5

1Hij liet me een rivier zien met water dat leven geeft. De rivier was helder als kristal en ontsprong aan de troon van God en van het lam. 2In het midden van het plein van de stad en aan weerskanten van de rivier stond een levensboom, die twaalf vruchten gaf, elke maand zijn eigen vrucht. De bladeren van de boom brachten de volken genezing. 3Er zal niets meer zijn waarop nog een vloek rust. De troon van God en van het lam zal daar in de stad staan. Zijn dienaren zullen hem vereren 4en hem met eigen ogen zien, en zijn naam staat op hun voorhoofd. 5Het zal er geen nacht meer zijn en het licht van een lamp of het licht van de zon hebben ze niet nodig, want God, de Heer, zal hun licht zijn. En zij zullen als koningen heersen tot in eeuwigheid.