Psalm 33: 1-11
1Juich, rechtvaardigen, voor de HEER,
de oprechten moeten hem loven.
2Huldig de HEER bij de klank van de lier,
speel voor hem op de tiensnarige harp.
3Zing voor hem een nieuw lied,
speel en zing met overgave.
4Oprecht is het woord van de HEER,
alles wat hij doet is betrouwbaar.
5Hij heeft recht en gerechtigheid lief,
van de trouw van de HEER is de aarde vervuld.
6Door het woord van de HEER is de hemel gemaakt,
door de adem van zijn mond het leger der sterren.
7Hij verzamelt het zeewater en sluit het in,
hij bergt de oceanen in schatkamers weg.
8Laat heel de aarde vrezen voor de HEER,
en wie de wereld bewonen hem duchten,
9want hij sprak en het was er,
hij gebood en daar stond het.
10De HEER doet de plannen van volken teniet,
hij verijdelt wat naties beramen,
11maar het plan van de HEER houdt eeuwig stand,
wat hij beraamt, blijft van geslacht tot geslacht.