Dag 04
” U nodigt mij aan tafel voor het oog van de vijand, U zalft mijn hoofd met olie, mijn beker vloeit over.”
Eind september overleed rapper Coolio (echte naam: Artis Ivey). Coolio was mijn kennismaking met de (gangsta)rapmuziek van de jaren 90, de bloeitijd van Eminem, 2Pac en The Notorious BIG. Krachtige muziek, waarin hun moeilijke leven aan de onderkant van de Amerikaanse samenleving niet werd achtergehouden, maar juist als inspiratie diende. Al deze rappers maakten trouwens een nummer met toespeling op Psalm 23. Bij Coolio gebeurde dat het meest zichtbaar.
Zijn grootste hit ‘Gangsta Paradise begint met Psalm 23:4 As I walk through the valley of the shadow of death, I take a look at my life and realize there’s not much left. Het nummer is gebaseerd op een ouder nummer van Stevie Wonder (Pastime Paradise), maar verrassend genoeg heeft Stevie Wonder niet dat psalmvers in zijn lied staan. Gangsta Paradise gaat over het leven van jongeren in de achterstandswijken. En hoe geld en macht hen in de armen drijven van criminele bendes. Juist in die omgeving dringt het besef door, dat je weinig zekerheden hebt en niets voorstelt. Daarmee lijkt het lied een stereotype bekeringsverhaal te worden. Maar Coolio laat het nummer dieper eindigen: Tell me why are we, so blind to see, that the ones we hurt, are you and me?
Voor mij klinkt deze medemenselijke omkering dit lied tot een paradise te midden van gangsters. Omdat er aan relatie en verbinding wordt gewerkt. Dat kan alleen maar de invloed van Psalm 23 zijn, want juist in dat lied klinkt door dat God in alle omstandigheden met jou onderweg wil zijn, op weg naar overvloedig groen gras.