Dag 22
“Juda herkende ze en zei: ‘Niet zij is schuldig, maar ik, want ik heb haar niet aan mijn zoon Sela tot vrouw gegeven.”
Ain’t got no – I got life – Words: James Rado/Gerome Ragni Music: Galt MacDermot.
Twee liedjes uit de musical Hair, gezongen en bewerkt door Nina Simone tot een zelfbewust lied. Zij, een zwarte vrouw, mag dan heel veel niet hebben, geen huis, geen geld, geen scholing, geen baan, geen ouders, broertjes of zusjes, geen plek op deze wereld, maar vergeet één ding niet, ze heeft hersens, ogen, oren, een mond, een lach, en ook haar seksualiteit, ze leeft!
Juda, de aartsvader, had Tamar, die met twee van zijn zonen getrouwd is geweest, zonder dat het nageslacht opleverde, aan zijn derde zoon moeten geven. Hij doet het niet. Uit angstig bijgeloof?
Bij een schaapscheerdersfeest ziet Juda een hoer langs de kant van de weg. Hij gaat met haar mee maar heeft geen geld bij zich. Zij krijgt zijn ring en staf als onderpand. Daarna hoort hij dat zijn schoondochter zwanger is. Voor hem genoeg om als daadkrachtige man te roepen dat ze gestenigd moet worden. Een man mag wel een hoer bezoeken, een vrouw mag zich niet als hoer geven. De hypocrisie. Dan stuurt ze hem zijn ring en zijn staf. Op dat moment belijdt Juda, heel onmannelijk, schuld: ‘Niet zij is schuldig, maar ik, want ik heb haar niet aan mijn zoon tot vrouw gegeven.’
Een vrouw heeft vaak niets om zich in de wereld staande te houden. Maar ze heeft haar hersens, haar lichaam, haar leven, zingt Nina Simone. Tamar handelde ernaar. Voormoeder van Jezus.