Dag 23

Bijbeltekst: Genesis 28: 10-22

” Ikzelf sta je terzijde, Ik zal je overal beschermen, waar je ook heengaat. ” 

In de beroemde droom van de hemelse ladder doet God beloftes aan Jakob. God belooft Jakob een groot grondgebied en talloze nakomelingen en spreekt hierover zijn zegen uit. God zal hem beschermen en niet alleen laten, totdat hij alles heeft gedaan wat hij beloofd heeft. Dezelfde belofte heeft God aan Abraham en Izaäk gedaan.

Ondanks deze prachtige woorden kan Jakob zich nog niet helemaal overgeven aan God, want in de volgende verzen stelt hij nog allerlei voorwaarden. Jakob is op dit punt in zijn leven nog voorzichtig, onzeker, weet nog niet goed wie hij is, waardoor hij deze prachtige belofte nog niet goed op waarde weet te schatten. Jakob is immers ook nog op de vlucht voor zijn broer, Esau. Maar juist daarom komt God op dit moment met deze droom. Het is een steun in de rug, een bemoediging, een herinnering aan een eerder gedane belofte, op een punt waarop Jakob het nodig heeft.

In de prachtige coverversie van Fix You van Coldplay, vertaald naar Heel Jou, die gezongen wordt door Claudia de Breij & Blanks wordt ook een belofte gedaan. Een belofte waarin bescherming klinkt, je je thuis mag voelen, waar herstel (of heelheid) mag plaatsvinden. Waar je je hoofd omhoog mag houden en je blik vooruit kan, met de wetenschap dat er iemand is die om je geeft en van je houdt.

En weet dat je altijd
Bij mij mag komen als de wereld even wegglijdt
En weet dat
Je altijd bij mij

Volg het licht naar huis
Hoofd omhoog en met je blik vooruit
Ik houd van jou, van heel jou

Schrijf Je Nu In En Ontvang Elke Dag Een Reminder

Invalid email address

Genesis 28: 10-22

Jakobs droom

10Jakob vertrok uit Berseba en ging naar Haran. 11Op een avond, toen de zon onderging, maakte hij een slaapplaats klaar. Hij legde een steen onder zijn hoofd als kussen en ging slapen. 12Toen kreeg hij een droom. Hij zag op de aarde een ladder staan waarvan de top tot in de hemel kwam. En hij zag engelen van God langs die ladder omhoog klimmen en naar beneden gaan. 13Boven aan de ladder zag hij de Heer staan. De Heer zei: “Ik ben de Heer, de God van je grootvader Abraham en de God van je vader Izaäk. Het land waar je nu ligt, zal Ik aan jou en aan je familie ná jou geven. 14Je familie zal net zo ontelbaar worden als het stof van de aarde. Ze zullen zich verspreiden naar het westen, oosten, noorden en zuiden. En door de zegen die op jou en je zoon  is, zullen alle mensen van de aarde gezegend worden. 15Ik ben met je en zal je beschermen, overal waar je gaat. En Ik zal je naar dit land terugbrengen. Want Ik zal je niet verlaten, maar doen wat Ik je heb gezegd.”

16Toen werd Jakob wakker en zei: “Werkelijk, de Heer is op deze plek en ik heb het niet geweten!” 17Hij was diep onder de indruk en zei: “Dit is een heel bijzondere plaats! Dit is het huis van God, de poort naar de hemel!” 18De volgende ochtend vroeg nam Jakob de steen die als kussen onder zijn hoofd had gelegen. Hij zette die overeind, als een teken van wat er gebeurd was. Ook goot hij er olijf-olie overheen. 19En hij noemde die plaats Bet-El [ (= ‘huis van God’) ]. Maar daarvóór heette die stad Luz.

20Jakob beloofde: “Als God inderdaad voor mij zal zorgen, mij op reis zal beschermen, voor genoeg eten zal zorgen en voor kleren om aan te trekken, 21en als ik veilig bij mijn familie terugkom, dan zal de Heer mijn God zijn. 22En deze steen, die ik als teken rechtop heb gezet, zal een huis van God zijn. En ik beloof dat ik Hem een tiende deel zal geven van alles wat Hij mij zal geven.”